Er zijn twee soorten motten die vaak voorkomen in kledijkasten of -winkels: kleermotten en pelsmotten.
Kledingmotten zijn hoofdzakelijk nachtvlinders, ze houden dus niet van het licht maar verkiezen donkere ruimtes. Omdat ze niet zo goed kunnen vliegen, verstoppen ze zich in donkere hoeken en spleten, onder tapijten, in kleren die niet vaak gedragen worden,... De kledingmot vertoont een voorkeur voor textiel dat 'bevuild' is met urine-, zweet- of vetvlekken.
Het zijn steeds de larven die de grootste schade veroorzaken. Ze maken een sigaretvormige koker van spindraden en aangevreten materiaal. Op regelmatige basis verlaten ze de koker om om te eten en te groeien.
Hoe kan u de aanwezigheid van de kledingmot voorkomen?
- Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte of kast en lucht de kleren regelmatig. Laat steeds wat ruimte tussen het textiel.
- Houdt de kast, kledij of ruimte schoon en was de vochtige, bevuilde stukken.
- Stofzuigen van de 'besmette' ruimten.
- Bij een vermoeden van kledingmotten, kan u de getroffen kledij, tapijten, gordijnen, etc. op een hoge temperatuur wassen indien mogelijk (60°).