Maden
Maden zijn de larven van een vlieg of mug. Vliegen baren soms levende larven, maar het is vaker zo dat ze groeien uit een eitje dat de vlieg op rottend organisch materiaal legt. Na een vijftal vervellingen krijgt de made een donkere kleur en verpopt ze zich. Vanuit de pop groeit dan de volwassen vlieg.
Hoe ziet de made eruit?
Maden hebben geen pootjes, geen duidelijke kop, zijn wit of geelwit (kleine witte wormpjes) en leven in materiaal die hen tot voedsel kan dienen, zoals rottend fruit of vlees, afval, mest, composthopen, enz. Op die manier zijn de maden verzekerd van voldoende eten en groeien ze snel.
Maden worden soms gebruikt bij geneeskundige en forensische aangelegenheden. In de geneeskunde worden maden wel eens gebruikt om slecht genezende wonden schoon te maken. In de forensische wetenschap kan aan de hand van de levenscyclus van de aanwezige maden op een plaats delict een tijdstip vastgesteld worden. Maden zijn niet gevaarlijk voor de mens, op sommige plaatsen wordt ze zelfs gegeten. Ze kunnen wel een gevaar zijn voor enkele dieren (konijnen, kippen, ...), daar veroorzaken ze de madenziekte.
Maar in uw vuilnis of woning zijn ze erg storend, en later groeien ze dan uit tot een ware vliegenplaag. Het is belangrijk om in te grijpen alvorens ze evolueren tot vliegen.
Enkele tips om maden te voorkomen
- Vleeswaren bedekken of inpakken (krantenpapier) vooraleer je ze in het vuilnis smijt zodat de vliegen er niet bij kunnen om hun eitjes te leggen.
- Koop een goed afsluitbare afvalcontainer en plaats hem op een koele plek, voedsel rot sneller bij warmere temperaturen.
- De afvalcontainer regelmatig schoonmaken en zo nu en dan verluchten. Made houden niet van licht, en wel van vochtige plekken.
- Plaats de container nooit dicht bij dierenhokken
- Zout of zand in de container smijten, maden zijn erg slijmerig en zullen dehydrateren of opdrogen.
Wormen
Wormen zijn een 'informele' groep van ongewervelde dieren die meer dan 25 000 soorten telt. De vaakst voorkomende wormen zijn de regenwormen (behoren tot de ringwormen), platwormen, snoerwormen en lintwormen. Deze dieren komen over de hele wereld voor en kunnen zowel op het land als in het water leven. Sommigen zijn parasitair (leven mee op of in andere dieren) en andere leven onafhankelijk.
Hoe ziet een worm eruit?
Er zijn heel wat verschillende soorten wormen maar toch zijn er enkele gemeenschappelijke kenmerken: een glibberig, langwerpig lichaam en de meestal kleine lengte van enkele millimeters tot enkele centimeters. De lintwormen vormen een uitzondering op de regel.
De wormen die u het vaakst zal ontmoeten, zijn de regenwormen. Die komen naar boven bij trillingen van de grond en bij regenweer om te paren. Ze zijn vooral 's nachts actief, en leven in grote groepen. Het zijn afvaleters die zich voeden met dood, organisch plantaardig materiaal (plantenresten). De regenworm graaft heel wat tunnels en gangen maar zijn natuurlijke bodemverbeteraars en opruimers. Ze breken het organisch materiaal af en zetten het om naar humus wat een goede plantengroei veroorzaakt. Hun vele kleine gangen laten het ook toe dat water beter wordt opgenomen door de grond.